"De bloem door het knoopsgat" van Colico is zondermeer de Abdij van Piona (in het gehucht Olgiasca), gelegen aan de rotskant van een halfafgesloten meertje dat zich door een natuurlijk vernauwing gevormd heeft.
Het werd opgericht door de Cluniazenzers van de San Nicolao-kerk en gebouwd op resten van een Oraturium dat ooit gebouwd werd in de VIIe eeuw, in opdracht van Bisschop Agrippino van Como. Al eeuwenlang is het als klooster in gebruik, gesloopt in '700 en weer opgebouwd aan het begin van 1900, en op dit moment in bezit van de "cistercenci dell'abbazia Laziale di Casamari (monniken van de Latium-Abdij uit Casamari).
De kerk (XIe eeuw) heeft een onregelmatige vorm en maar één centraal middenschip met houten plafond.
Twee antieke marmeren leeuwen en fragmenten van Byzanthijnse fresco's zijn intact gebleven. Naast de kerk staat een klokkentoren die herbouwd is in '700 en prachtige kloostergangen uit het jaar 1257 waarvan romaanse,en gotische architectuur en invloeden van òver de Alpen in elkaar overlopen.
Ook hier kan men de gekunstelde en verfijnde stijl van het Byzanthisme terug vinden in de fresco's op de wanden.
Opvallend is het ongebruikelijk onderwerp van één van de fresco in vroeg-gotische stijl; Een kalender waarop afbeeldingen van Heiligen en het boeren-leven de maanden van het jaar weergeven.
De kapitelen (bovenkant) van de veertig kolonnen en de vier steun-pijlers zijn allen op verschillende wijze uitgebeiteld.
|